1 januari 1882 - huurt kamers aan de Schenkweg 138 en richt atelier in bij A.J. van der Drift.
29-30 april-stormnachten brief 222 aan Theo
"Gedurende 3 nachten heeft het hier erg gestormd.
Den nacht van Zaturdag op Zondag is het raam van mijn atelier bezweken (het huis waar ik woon is zeer wrak). 4 Groote ruiten kapot en het venster losgerukt.
Gij kunt denken dat dit niet alles was. De wind kwam over de vlakke weilanden aanzeilen en mijn raam kreeg hem uit de eerste hand. De schutting beneden ook omver, de teekeningen van de muur gescheurd. ’t Ezel tegen de grond.
Met behulp van mijn buurman heb ik evenwel het raam nog vastgebonden & tegen het gat, zeker een meter groot, een wollen deken gespijkerd. Den heelen nacht geen oog digt gedaan zoo als ge denken kunt.
En nog veel gescharrel om ’ t gemaakt te krijgen om reden van den Zondag.
De huisheer is een arme scharrelaar, hij heeft glas gegeven, ik het werkloon. Maar reden te meer waarom ik denk hiernaast te gaan wonen. Er is daar een bovenhuis aldus t’atelier is grooter dan het mijne, ’t licht goed. Er is een zolder geheel met planken beschoten zoodat men de pannen niet ziet, enorm groot, waar men nog zoveel kamers kan afschieten (en k heb de schotten ervor) als men maar wil. Huurprijs fl 12.50 per maand, een sterk goed gebouwd huis doch het doet niet meer omdat het maar op "den Schenkweg" staat en daar rijke huurders niet komen die de eigenaar wel wachtte.
Ik zou er veel zin in hebben, en de eigenaar zou mij er wel in willen hebben en heeft mij het eerst erover gesproken en toen ben ik gaan zien."
Vincent zou verhuizen om samen met Sien Hoornik te gaan wonen in de bovenwoning van het pand ernaast, no.136, van dezelfde eigenaar.
4 juli 1882-brief 243 aan Theo
"Als ik zelf het plan gemaakt had voor deze nieuwe woning & ze had willen laten inrigten expres voor atelier zou ik het niet beter hebben kunnen doen dan ze nu is. En geen ander huis in de straat is als dit van binnen ofschoon van buiten zij allen precies eender uitzien. Dat ik er ben is eigentlijk de schuld van den storm die het raam van het vroegere atelier vernield heeft was dat niet gebeurd, had ik van deze woning niets geweten. Het is de timmerman die mij erop attent maakte."
6 augustus 1882-brief 254 aan Theo
"Het raam is werkelijk een mooi stuk gereedschap geworden, ’t spijt me gij het niet eens gezien hebt. Kost mij ook een aardig duitje-maar ik heb het zoo solide laten maken dat ik het niet gauw verslijten zal. En: Ik zou dus willen dat ge weer eens bij me komt het atelier een echt schildersatelier geworden zal zijn."
Februari 1883-brief 318 aan Theo
"Er lagen hier oude blinden en planken die ik gebruiken wilde doch kostte moeite om ze te krijgen. Doch ik heb ze. Ge weet er zijn 3 ramen op ’t atelier. Die geven te veel licht, zelfs als ik ze afsluit, en heb er reeds lang over gedacht hoe het te verbeteren."
En:
"Vergelijk een raam van nu bij een uit den tijd van Rembrandt. Toen ten tijde scheen iedereen een soort behoefte aan eigenaardig getemperd licht te hebben. En: Als ik het had kunnen doen zou ik ramen aldus laten betimmeren."
23 februari 1883-brief 318 en 319 aan Theo
Vincent stuurde tekeningen voor verandering van zijn ramen. Zijn ontwerp zou een hedendaagse binnenhuisarchitect niet misstaan. Het idee was om de luiken/blinden zodanig uit te voeren dat alle deelluikjes onafhankelijk van elkaar geopend of gesloten konden worden of in een bepaalde stand staan. Hij wilde zo per tekening, schilderstudies, steeds de mogelijkheid hebben om het licht te manipuleren naar zijn goeddunken (bijna zoals de flappen aan een professionele spot voor foto en film studio’s).
Met zijn ontwerp krijg je ontelbare mogelijkheden om met dat licht te spelen. Hij vergeleek het ook met het getemperde licht van Rembrandt en de raampjes van toen.
September 1883-vertrek naar Drenthe. |