VINCENT VAN GOGH EN VOGELS

 Afbeelding invoegen

Vincent van Gogh was een groot natuurliefhebber wat in veel van zijn werk naar voren komt. Hij was op de hoogte van de vogels in het veld en hun gedragingen zoals het bouwen van de nesten, broedsels en favoriete plekjes om hun jongen uit te broeden. Zijn liefde voor de natuur legde hij vast in zijn werken, maar deelde het ook met de mensen in zijn omgeving. In zijn brieven laat hij dat duidelijk merken en legt verband met de mensen uit die tijd, welke zijn bewondering delen.Peter Nagelkerke, maart 2013  

Brief 507 aan Theo 9 juni 1885

"Ik weet niet of ge iets van deze twee gevallen vinden zult -de hut met mosdak deed me denken aan een winterkoningennestje. Morgen ga ik schilderen op een ander dorp -ook een hut- in kleiner formaat. Ik heb L.L. zondag gevonden op een grooten togt die ik in gezelschap van een boerenjongen deed- om een nest van een winterkoninkje magtig te worden. Wij vonden er 6, het was een plek waar Bodmer (was vogelschilder) mede zou hebben gedweept zonder twijfel. Er waren allen nesten waar de jongen reeds uitgevlogen waren zoodat men zonder al te veel gewetensknaging ze mee kon nemen. Het was zoo echt, ik heb ook andere prachtige nesten.  Heb ik zulke mooie hutten gevonden dat ik nu toch een stuk of wat variaties van deze "menschennestjes" die me zo doen denken aan de nesten van de winterkoninkjes- moet uithalen, n.l. ze schilderen. Doch zulks gebeurt de boerenjongens ook -ze amuseren zich toch. Ik wou dat ge die Zondag bij waart geweest toen wij die togt hebben gemaakt. Ik kwam geheel bemodderd terug want wij hadden wel een half uur door een beek moeten baden. Maar het schilderen wordt nu voor mij animerend en capiteux als de jagt. Het is een togt dan trouwens ook op modellen en mooie plekken."

Brief 526 aan Anthon van Rappard 8 en 15 augustus 1885

"Amice Rappard, Heden heb ik aan Uw adres verzonden eene mand inhoudende vogelnesten. Ik heb er zelf ook op het atelier - nog al een hele partij - en ik zend U sommigen die ik dubbel heb. Zij  zijn van lijster, meerl, geele wielewaal, winterkoning, vink. Ik hoop dat zij goed zullen overkomen." 

 

 Brief 511 van 3 juli 1885 aan Anton Kerssemakers

"Mijnheer, Ik heb twee schilderijen klaar - als U met vd Wakker Zondag wil komen kijken - goed-. Daar ik binnenkort anderen ook gereed zal hebben -als U wachten wilt -ook goed etc. Ingeval U zij’t Zondag ’t zij later komt- zeg dan tegen van der Harten, die mijn vogelnesten wilde komen zien - nu groete, met handdruk." 

Brief 533 aan Theo 9 oktober 1885

"k ben nu bezig aan stillevens van mijn vogelnesten waarvan ik er 4 klaar heb. Ik geloof dat die door de kleuren van het mos, dorre bladeren & grasen, klei & c wel aan sommige lui die de natuur goed kennen zouden kunnen bevallen." 

Brief 536 aan Theo 20 januari 1885

"Nu - de nesten zijn ook op zwart fond geschilderd opzettelijk - om reden dat ik er ronduit voor uit wil komen in die studies dat de voorwerpen zich niet in hun natuurlijke entourage doch op een conventioneel fond bevinden. Een levend nest in de natuur is iets heel anders, men ziet dan het nest haast niet, men ziet de vogels.  

Opsomming:

  • JH468-tekening ijsvogel, vijver pastorietuin; 
  • JH621-studie met dode mus (keerzijde JH 916), studie met zwart krijt 24x42 cm;
  • JH938-stilleven met 3 vogelnestjes  september-october 1885, olieverf op linnen 33x42 cm; 
  • JH939-stilleven met 5 vogelnestjes september- oktober 1885; 
  • JH940-stilleven met 3 vogelnestjes, olieverf op linnen 33,5 x 42 cm; 
  • JH941-stilleven met 3 vogelnestjes oktober 1885, olieverf op linnen op hout 43x 57 cm (niet verkocht op veiling in 1904);
  • JH942-stilleven met 2 vogelnestjes september-oktober 1885 31,5 x 42,5 cm;
  • JH943-vogelnestje in briefschets.

 

Anton Kerssemakers die als vriend ook met hem schilderstochten ondernam en een beschrijving geeft (Atelier Schafrat Nuenen), had zich al verbaasd over de grote verzameling van vogelnestjes die Vincent had opgebouwd. 


 

 

 

Naschrift

Mijn persoonlijke "verbondenheid" met Vincent van Gogh dateert al van zeer jongs af aan. Als kind probeerde ik al te tekenen en schilderen zoals hij. Geboren in 1942 ben ik al in 1949 lid geworden van de St. Fransgroep voor de welpjes en verkennerij (scouting) in Tongelre Eindhoven. Op Zaterdagen zwierven we dan o.a. met de groep door de Tongelresche velden tussen de watermolens van Opwetten en Coll. De Pastoor bezat ook een stuk moeras genaamd "de Zegge" in dat gebied, waar we hout mochten kappen. Klasgenoten van de St. Martinusschool kwamen allemaal uit deze buurt, zoals de Collseweg, Wolvendijk, Loostraat, Hofke en Hofstraat, Koudenhovense- en Urkhovense weg.

Piet van Hoorn, de Molenaar van de Opwettense molen, was toen ongeveer 75 jaar oud en had spannende verhalen over het nestjes zoeken voor Vincent van Gogh in de omgeving en verdiende daar een paar centen mee. 

Blijkbaar wist Piet precies welke nesten en in welke conditie hij deze nesten moest leveren. Daar kwam ook het verhaal vandaan van het "schildersmenneke" (en  die beslist niet gek was volgens hem) en dat hij een paars corduroy kostuum gedragen zou hebben. Liefde voor de natuur werd al met de paplepel ingegeven door Meester Ketelaars in de 4e klas van de lagere school die daar boeiend over kon vertellen en ons zelfs meenam naar de hoge gewelven onder het dak van de St. Martinuskerk om uilenballen te verzamelen. Die moesten we dan in de klas uit elkaar plukken om de botjes van muizen en ander gedierte te definiëren.  Zijn zoon Loek Ketelaars is een bekend Eindhovenaar geworden door zijn inzet als natuurbeschermer en bewaker en hij geeft lezingen met beeldmateriaal en rondleidingen over en in de groene gebieden van Tongelre. Hij is ook als ornitholoog een professioneel specialist op het gebied van vogels, hun nesten, eieren en kent de plaatsen waar ze vertoeven op zijn duimpje.

Ik had hem gevraagd om de schilderijen en tekeningen met zijn kennis te beschrijven maar het schijnt dat van Gogh zich hier wat vrijheden had veroorloofd waardoor het moeilijk is om de juiste vogels bij de juiste nesten te plaatsen.

Overigens schreef Vincent aan zijn broer, dat natuurkenners het wel op prijs zouden kunnen stellen. Hierbij heeft hij zich dan wat overschat ?

 Peter Nagelkerke, maart 2013  

KLIK VOOR: 

TEKST IR V.W. VAN GOGH

KAART-TONGELRE




PROJECTVOORSTEL

Het zou een propositie kunnen zijn om de schilderijen/tekeningen van Vincent van Gogh, welke hij tijdens zijn verblijf in de regio maakte, uit te printen op ware grootte en daarmee een expositie te organiseren.
Dat zou gelardeerd kunnen worden met fragmenten uit zijn brieven die op deze onderwerpen betrekking hebben.

Bijvoorbeeld Bij de Collse Hoeve waar van Gogh met de jongens uit de buurt de nesten verzamelde en met hen door beken waadde.
Een expositie kan worden ingericht met de verschillende opgezette vogels en hun soorten nesten, de architectuur ervan, de eieren en een beschrijving voor welk soort bomen of gewas de vogels hun voorkeur hebben.
De eet- en nestelgewoontes, broedtijden, soorten zaden en insecten zijn natuurlijk educatieve verhalen voor bezoekers zoals schoolkinderen en ze kunnen er zelfs scripties over  schrijven.


  De geluiden van de vogels en de informatie kunnen interactief hoorbaar zijn per schilderij en tekening.

Vincent zelf schrijft hierover aan zijn broer Theo dat het verlaten nesten zijn en hij er dus geen schade mee veroorzaakt.
Ook zal hij vogelnesten en "menschennestjes" vergelijkingen maken
 
Kees van Grevenbroek (ornitholoog, publicist, docent) als bekend natuurkenner en nog wel speciaal van dat gebied, is bereid om een en ander deskundig te beschrijven.
Hij weet welke vogels wanneer, hoe en van welke materialen ze hun nesten bouwen.
Blijkbaar bouwen winterkoninkjes meerdere nesten per jaar en zijn er vogels die vrij hoog in de vork van een boom hun nesten bouwen.
Vincent van Gogh moet dan de jongens op zijn schouders hebben laten staan of hen in de bomen hebben laten klimmen.
  De bijbehorende vogelzaden (hebben we trouwens ook gevonden in het blik met de blauwe verf in de pastorietuin) aanbieden voor de verkoop "om dezelfde vogels naar uw tuin te lokken"?
 
Peter Nagelkerke Juli 2013


NASCHRIFT
  • Het spreiden van locaties in het algemeen is mogelijk interessant voor toeristen.
  • Een projectgroep zou het idee kunnen oppikken en verder uitwerken want er is waarschijnlijk niet eerder verband gelegd tussen de kunstenaar en zijn werken met specifiek deze vogels.