MARGOT BEGEMANN - ALGEMEEN 1

In de vroege Nuenense periode tussen 1883 en 1885 ontstond een verhouding tussen Vincent van Gogh en zijn buurvrouw Margot Begemann, dochter van een dominee. Zij leefde met haar zussen in het naastgelegen huis: Nuneville, Berg 24 te Nuenen.
Nadat de moeder van Van Gogh bij het uitstappen uit de trein naar Helmond haar heup gebroken had heeft Margot een naaiwerk-klasje van haar overgenomen.
Toen moet de relatie ontstaan zijn, alhoewel Margot ongeveer 12 jaar ouder was dan Vincent. Wat op grote bezwaren stuitte bij de zusters van Margot, maar ook slecht was gevallen bij Theodoor van Gogh, de vader van Vincent.

Over Margot zijn verschillende beschouwingen geschreven. Ze zou intelligent geweest zijn, wel belezen en sociaal gevoelig maar ook beticht worden van labiliteit (zwakte) en godsdienstwaanzin.
Gedurende de kortstondige intense relatie van enkele maanden wilde Vincent met haar trouwen en dat was met wederzijdse gevoelens.
Margot en Vincent maakten vaker wandelingen in het dorp Nuenen maar ook door de velden.
Het gebeurde ook dat het paartje intiem betrapt werd in huis, door een nichtje van Margot.

In brief 456 van 16-9-1884 aan broer Theo zou Vincent o.a. schrijven:

"Ik kon echter de brief niet afkrijgen en sedert heb ik U willen schrijven maar ik heb er geen woorden voor kunnen vinden. Er is iets gebeurt Theo, waar de meeste lui hier niets van weten, dus zwijgt gij dit als ’t graf, maar dat verschrikkelijk is.

Om alles zeggen zou ik wel een boek moeten schrijven-ik kan dat niet-Mej. Begemann heeft vergif ingenomen-in een oogenblik van wanhoop toen zij tegen hare familie gesproken had en men kwaad sprak van haar en mij, en zij raakte zoo van streek dat zij in een oogenblik van mijn inziens beslistte mania, het deed.

Theo, ik had al eens een dokter geraadpleegd over zekere verschijnselen in haar- ik had 3 dagen tevoren haar broeder onder 4 oogen gewaarschuwd dat ik vreesde zij een zenuwzinkingskoorts  zou krijgen en dat ik tot mijn leedwezen moest betuigen ik geloofde de familie B. al bijzonder onvoorzigtig handelde door zoo tegen haar te spreken als zij deden.

Nu, dit hielp niets, in  zooverre niet dat die lui mij twee jaar uitstelden en ik hier meest beslist niet in wou treden daar ik zeide, als hier van trouwen kwestie zou zijn het zeer spoedig moest of niet.

Nu Theo, gij hebt Mm. Bovary gelezen, herinnert U zich de EERSTE Mm Bovary, die stierf in een zenuw toeval? Zoiets was het hier doch gecompliceerd door innemen van gif. Zij had dikwijls als wij rustig wandelden of zoo tegen mij gezegd ”Ik wou dat ik nu sterven kon”-ik had nooit daarop geattendeerd-

OP een morgen echter valt zij op den grond. Ik dacht aan nog niets dan aan een beetje zwakte. Maar het werd erger en erger. Krampen. Zij verloor haar spraak en mompelde allerlei maar half verstaanbare dingen, zakte in elkaar met allerlei schokken, krampen etc.

Het was toch anders dan een zenuwtoeval ofschoon het er veel van had en ik kreeg plotseling argwaan en zei "Heb jij iets ingenomen soms?" Zij schreeuwde ”Ja”.

Nu toen maakte ik korte metten, zij wou ik haar zweren wou, 't nooit te zeggen tot iemand-ik zeide, best, -ik zweer je al je wilt maar op conditie dat jij direct het goedje maar uitbraakt-steek je vinger in je keel tot je braakt en anders roep ik de lui erbij.-

Enfin nu begrijpt ge de rest. Dat braken ging maar half en half en ik ging ermee naar haar broer Louis en zeide het tot Louis en liet haar een braakmiddel geven en ik ging direkt  naar Eindhoven, naar Dr. v.d. Loo.

Het was strychnine dat zij nam doch de dosis was te klein geweest of welligt heeft zij om zich te verdooven, chloroform of laudanum erbij genomen, wat juist tegengif tegen strychine zou wezen.

Maar kortom zij geeft nog spoedig het tegengif genomen dat v.d.Loo haar voorschreef.

Niemand weet ervan dan zijzelf, Louis B en gij en Dr. v.d. Loo en ik."

Toevoeging A:

Strychnine (oftewel rattenkruid) werkt op het zenuwstelsel en veroorzaakt na 15 tot 60 minuten een krampende verlamming en uiteindelijk ademstilstand. Een fatale dosis is 100 - 200 mg maar soms ook al bij 30 mg is er een dodelijke werking. Een behandeling is om het slachtoffer te beademen, echter is de afbraaktijd pas rond 10 uur gehalveerd.

Laudanum: drankje met 10% opium en heeft een pijnstillende en kalmerende werking.

Toevoeging B:

Dokter Karel van der Loo woonde en had zijn praktijk in de Willemstraat te Eindhoven. Vincent had veel vertrouwen in hem en vond hem Zola-achtig koel en secuur. Verschillende keren zou familie van Gogh hem consulteren.

O.a "zette" deze dokter de heup van moeder van Gogh weer en kwam steeds met zijn rijtuig op en en neer vanuit Eindhoven.
Na 8 maanden zou hij pas zijn rekening sturen.
Vincent van Gogh bezocht hem ook vlak voor zijn vertrek naar Antwerpen in november 1885 en consulteerde hem betreffende zichzelf maar ook over zijn moeder waar hij zich zorgen over maakte.

En verder in de brief:

"-en ze is direkt geexpedieerd naar een dokter in Utrecht en het heet dat ze op reis is voor de zaak -welke reis juist door haar begonnen zou worden." Etc.

"Het was zo'n doodsangst kerel,wij waren alleen in t veld toen ik dat hoorde…"

En:

"Theo, kerel-ik ben er zo van ontdaan-Gegroet

Adieu Vincent

Herinnert gij U die eerste Mm Bovary?"

Gedachte:

De vraag doet zich toch voor hoe Vincent zo snel bij dokter van der Loo in Eindhoven is gekomen voor het recept en toedienen van het tegengif.
Vermoedelijk heeft een dokter Laudanum in huis voor allerlei gevallen.
Vast en zeker heeft Vincent haar niet in die toestand in het veld achtergelaten en is hij meteen na het gebeuren, door  Louis Begemann waarschijnlijk vergezeld, naar de dokter in Eindhoven gegaan en Begemann zal wel een rijtuigje tot zijn beschikking gehad hebben of dat hebben georganiseerd.
Elke andere wijze zou teveel tijd kosten.
Dr. v.d. Loo woonde in de Willemstraat en dat was zeker 10 km van Nuenen vandaan.
Te voet een medicijn halen duurt dan minstens 4 uur op en neer en men  kan zich voorstellen hoe ontredderd Vincent zich gevoeld moet hebben en grote haast moet hebben gehad
Een trein is ook geen optie gezien de vertrektijden en om tot de stations te komen en weer terug met de patiënte die waarschijnlijk zelfs nauwelijks kon voortbewegen.
Dr. v.d. Loo was de vertrouweling van de familie van Gogh omdat de dorpsdokters uit Lieshout of Geldrop  hen niet bevielen.
Trouwens:  Lieshout is net zo ver en de roddels gaan dan nog sneller.
Er was grote weerstand  en onenigheid met de zussen van Louis die zich tegen het huwelijk gekant hadden.
Louis was milder en misschien ook wel dankbaar omdat Margot hem financieel had geholpen zodat hij niet failliet zou gaan met z'n textielfabriek, waarvan Margot  dus eigenlijk ook mede firmant was.

Notitie 1:

Madame Bovary, door Gustave Flaubert (rond 1857-als boek een bestseller). 
Madame Bovary wilde in haar huwelijk ontsnappen aan de  verveling, de banaliteit van het provinciale leven en was op zoek naar opwinding en de fantasie van haar sensuele driften.
Bij haar man Charles, waarin ze teleurgesteld was, had ze een dochtertje maar had liever een jongetje gewild.
Ze wilde een hartstochtelijke man van haar dromen en betreurt dat vrouwen worden tegengehouden door de conventies die ze wilde doorbreken.
In  buitenechtelijke  relaties, o.a. met Rodopho, zegt hij dat ze moet uitkomen voor haar hartstochten.
De relatie zal gehinderd worden doordat haar verhouding in strijd is met haar katholieke geloof.
Na allerlei problemen zal ze ten einde raad in de apotheek Homais, waar haar toenmalige geliefde Leon Dupuis op een kamertje woonde, arsenicum innemen en na een heftige doodstrijd sterven.

Notitie 2:

Margot was  belezen en zal het boek wel gekend hebben en zich misschien in bepaalde opzichten met haar vereenzelvigd hebben. Mogelijk heeft Vincent haar op dat boek geattendeerd.

Notitie -3:

Vincent beschreef vaker een gezinswens te hebben maar had ook al een aantal hopeloze liefdes achter de rug.

Notitie 4:

Wilde Margot liefde, kinderen? Alhoewel al 43 jaar oud en misschien de laatste kans daarop. Kan ze zelfs in verwachting geweest zijn of besefte zij geen kinderen te kunnen schenken dan wel, daardoor desperaat, gezien de tegenwerking van de zussen en vader van Gogh? Heeft eventueel het gif een abortus veroorzaakt en dat ze daarom voor lange tijd bij de dokter Joh. Idenburg in Utrecht is verbleven, waar Vincent haar nog steeds opzocht? Of heeft ze zelfs Vincent niet durven te vertellen als ze zwanger geweest zou zijn of niet kunnen worden?

Waarschijnlijk wist ze dat Vincent daar eventueel niet mee in zou instemmen en ook haar geloof dit niet kon goedkeuren.
Vincent bracht wel condooms mee uit Antwerpen, maar hoe betrouwbaar waren die indertijd?
Condooms werden indertijd van darm gemaakt.
Margot zou haar tijd in Utrecht doorbrengen met wat lezen en een of ander wat ze van Vincent had gekregen en uiteindelijk terugkeren naar Nuenen.
Nichtjes herinneren zich nog dat ze met hun familie met Vincent richting Eindhoven wandelden en hij mooie veldboeketten voor hen maakte.

Brief 457  16-september 1884 aan Theo.

Fragment:

"Ik heb van daag van haar zelf uitvoerige berigten gehad, en haar broer vertelt mij dat hij ook berigt heeft gehad.

Er zijn hier gevaren van twee kanten Theo-aan den eenen kant dat van een crisis van zenuwlijden zich vormt en losbarst als van b.v. een zenuwzinkingskoorts of hersenontsteking.

Van den anderen kant bestaat er een gevaar voor melancolia of mania religiosa."

PS: godsdienstwaanzin.

Brief 458 21 september 1884 aan Theo.

Fragment:

"Met een woord wou ik U zeggen dat ik zelf eens naar Utrecht ben gegaan om haar te bezoeken. Dat ik ook met haar dokter waar ze in huis is een gesprek heb gehad, juist om zijn advies in te winnen wat ik hier moest of laten in ’t belang der gezondheid en toekomst van de patiente, ofwel doorgaan of wel me retireren."

Fragment:

"Dat zij trouwens altijd zeer debiel (= zwak) gestel is geweest en altijd zo blijven zal, dat voorlopig zoo als de zaak nu staat er twee gevaren zijn, dat om te trouwen ze te zwak is, nu althans, en teevens tegen eene scheiding ook niet tegen kan.

Dat dus als er een tijd overheen is gegaan ik een beslisten wenk zal ontvangen wat voor haar ’t beste is, scheiden of niet scheiden. Vrienden blijf ik natuurlijkerwijs in alle geval met haar, wederzijds zijn we misschien teveel gehecht.

Ik ben haast den geheelen dag toen met haar samen geweest."

Fragment:

"Mm. Bovary van wie bijna niets staat dan dat eene, hoe en waarom zij stierf-op het hooren van een slegte tijding betreffende haar vermogen maar de wijze waarop men haar verweet dat zij te oud was voor dat soort zaken."

Fragment:

"Theo-nu ik meer dan op ’t eerste oogenblik weet van wat haar zoo radeloos maakte."

Fragment:

"Doch zij, toen men haar verweet, geloofde ook dat zij iets verschrikkelijks gedaan had-En zonder iets gedaan te hebben wat ze niet mogt doen trok ze ’t dermate aan dat zij zich van alles en allen verlaten voelde."

 

Fragment:

"Het is voor mij verdomd touchant dat deze vrouw zegt in een soort triomf, terwijl ze toch zoo zwak was (en verslagen door 5 of 6 andere vrouwen) dat ze vergif nam, als had ze een overwinning behaald en als had ze RUST genomen-"Ik heb uiteindelijk toch liefgehad”

Fragment:

"Ik heb haar, veel vooruitziende, altijd gerespekteerd  betreffende een zeker punt wat in het sociale haar onteren zou, ofschoon als ik gewild had ik haar in mijn magt  had, zoodat in 't sociale zij wel degelijk haar positie zal handhaven en als ze 't goed begreep een prachtige kans heeft om juist die vrouwen die haar versloegen satisfactie te krijgen, en haar represaille te nemen."

Fragment :

"Het is jammer dat ik haar niet vroeger heb ontmoet-een jaar of 10 geleden b.v..
Ze maakt op mij nu den indruk van een cremona viool die bedorven is vroeger door slechte knoeiers en reparateurs.
En in den toestand waarin ik haar ontmoette was er naar me blijkt wel wat teveel aan verknoeid.
Maar oorspronkelijk was 't een zeldzaam exemplaar van groote waarde.

Brief 465 aan Theo.
Fragment:

"Ik heb een betrekkelijk goede brief uit Utrecht gehad, dat ze in zoover hersteld is dat zij een tijd naar den Haag kan gaan waar ze voor zaken moet wezen- maar ik ben er nog verre van gerust op. Den toon van haar brieven is veel meer zelfbewust, veel juister en minder bevooroordeeld dan toen ik haar in 't begin kende.
Iets tevens als een klagt van een vogel wiens nest is uitgeroofd-tegen de maatschappij is zij minder nijdig dan ik misschien, doch ze ziet toch ook er de "kwajongens die de nesten uithalen” in en die daar schik in hebben en lagchen."

Brief van Theodorus van Goh aan Theo (Nuenen 2 oktober 1884 dus ongeveer 14 dagen na het voorval met het vergif):

"(…) Met Vincent hebben we weer moeilijke dagen gehad. Werkelijk heeft hij een huwelijk gezocht met Marg die niet afkerig bleek te zijn maar die ook stuitte op bezwaren.
Ook aan de zijde van hare familie. Nadat de zaak vrij ruchtbaar is geworden, is Marg naar Utrecht vertrokken waar ze nu nog is. Het heet dat de betrekking is afgebroken, maar dat de vriends. zal blijven. Zij corresponderen nog voortdurend. Ook schijnt de Dr. bij wie zij logeert over V. betoogd te hebben dat er phijsieke bezwaren zijn, die de zaak onmogelijk maken. Eerst scheen V. er kalm onder te zijn en durfde ik mij daarom voor eenige dagen van huis te verwijderen, terwijl Will thuis was.
Maar die kalmte heeft weer plaats gemaakt voor heftigheid en heeft Will zich zeer bekommerd gemaakt door de meening dat hij wel eens scheen gedronken te hebben. In een veldflesch van hem vond ze drank dat agiteerde haar zeer en zij schreef erover aan Anna opdat die het dan U zou meedeelen. Toch is bij onderzoek gebleken dat hier meer schijn  dan wezen bestond, maar 't gaf Moe en mij aanleiding om er met hem over te spreken. Gij weet dat hij voor spreken eigentlijk niet vatbaar is, door den onaangename toon waarvan hij zich bedient. Dat was nu ook weer het geval, maar in hoofdzaak wast laatste bezwaar naar onze mening, niet zo bedenkelijk.
Hij schijnt zijne modellen, als hij met hen in 't veld is, een borrel te geven en zelf zeide hij, gebruikte hij er zelf ook wel eens een. Dat kan dus zoo zijn. Volgens zeggen van V. neemt hij op raad van den DR.  's-avonds eens wat drank omdat hij zulke slapelooze nachten heeft.
Ons komt dat middel zeer ongeschikt voor.
Maar de zaak met Marg blijft hem bezighouden. Hij is tegenwoordig nogal melancholiek. Wij doen ons best hem tot kalmte te brengen dat nu eerste behoefte is. Maar zijn levensbeschouwing en zijne vormen zijn zoo verschillend van de onze, dat de vraag is, of samenwonen op een zelfde plaats kan blijven voortduren op den duur.

Brief 469 aan Theo 14-11-1884:
Fragment:

"Margot Begemann komt dezer dagen te Nuenen  terug, ik ben altijd goede vrienden met haar gebleven en 't is op mijn aanraden dat zij niet toegegeven heeft aan haar zusters die lieten merken dat ze maar liever hadden ze wegbleef en die haar na houden dat zij huns  inziens het verbruid heeft- Integendeel heeft haar familie verpligtingen aan haar en zij heeft er der tijd haar eigen geld in de zaak gegeven toen haar broer failliet is geweest.
De zaak is hier dat indien zij en ik verkiezen van elkaar te houden, dan aan elkaar gehecht zijn-trouwens al lang geweest zijn-dit geen kwaad van ons of iets wat men ons verwijten mag-'t zij aan haar 't zij aan mij-"

Toevoeging:

Margot zou pas in maart 1885 terugkeren naar Nuenen.
Vincent bezocht toen al enige tijd de hut van de aardappeleters en kende Gordina de Groot en tekende en schilderde haar vaak alsook haar familie.
Gordina de Groot (Dien) zou rond februari 1885 in verwachting geraken.

Fragment:

"Doch-Louis Begemann-die had ook zijn bezwaren maar was zoo en bleef zoo dat zij en ik met hem konden praten, en dat het nog niet veel erger afliep is juist doordat hij humaan en bedaard was en toen dat met haar gebeurde, waar ik alleen van wist, kon hij helpen en al de anderen hinderden slechts.
En in de maatregelen toen te nemen zijn we  't volkomen eens geweest.
Drie dagen te voren trouwens had ik hem al gewaarschuwd en gezegd, ik ben bezorgd over je zuster.
Zeer zeker is het dat zij vroeger of later zoowat al die lui hier in de buurt meer of minder goedheid en diensten heeft bewezen 't zij in ziekte  't zij als ze in een of andere gelegenheid waren.
En zij en ik juist gehecht geworden zijn tijdens de ziekte van Moe.
Zij schrijft me nu nog pas: als er soms zieken zijn in Nuenen, ga er dan toch eens kijken en zie of er iets te helpen is-Enfin-er zijn duizend  dingen in haar van dien aard."
 
En verder :

"Maar de eigentlijke schuld ligt aan haar zusters of liever vooral een der zusters die te verharder blijkt daar zij eigentlijk nog mokt en rancune heeft."

Brief 473 aan Theo 6-12-1884.

"Ik ben jegens allen van die familie voorkomend geweest en ik ben niet begonnen maar zij tegen mij en, wat ik me meer heb aangetrokken, tegen Margot opgekomen."

Verder:

"Voor mij persoonlijk is een cardinaal punt van onderscheid tussen voor en na de revolutie-de omkeering van de sociale positie van de vrouw en de collaboratie die men wil tusschen man en vrouw met gelijke regten, met gelijke vrijheid."

Aldus Vincent.

Gedachtengangen:

Toen Margot Begemann in Nuenen terugkwam in maart was Gordina de Groot net in verwachting.
In oktober zou zoontje Cornelis geboren zijn en een maand later vertrok Vincent naar Antwerpen. Alhoewel hij eerst nog de intentie had om terug te keren heeft hij dat uiteindelijk niet gedaan.
Zou hij nog langs zijn gegaan bij Gordina om het kind te zien dat blijkbaar rossig haar had?
Hij zal minstens ook afscheid genomen hebben van Margot.
Margot moet ook wel van de geruchten in dat kleine dorp gehoord hebben dat Vincent misschien wel een kind verwekt zou hebben en Gordina in verwachting hebben gezien.
Vincent schrijft later aan Theo dat hij erop werd aangezien maar dat hij het niet was en het hoorde van de meid zelve.
Ook vroeg hij "of het kind was blijven leven en of ze nog met haar neef was getrouwd".
Dit kan natuurlijk ook om economische redenen geweest zijn i.v.m. huis en haard?
De  twee vrouwen zouden elkaar toch wel gekend moeten  hebben want woonden op luttele afstand van een paar kilometer van elkaar.
Later heeft Margot dan ook het kind kunnen hebben gezien en eventueel haar twijfels hebben gehad en dan denken dat zij het kind van Vincent gemist had.
Margot zou uiteindelijk naar den Haag verhuizen en gehoord moeten hebben van de tragische dood van Vincent.
Vanuit Frankrijk schreef Vincent naar zijn zuster Willemien en achteraf blijkt dat Margot nog verschillende schilderijen in haar bezit zou hebben uit zijn vroege Nuenen periode (o.a. JH 810, een boerenhuisje met witte muren).
Het lijkt niet de hut te zijn van families de Groot en van Rooij aan de Gerwense weg 4.
De verblijfplaats van het schilderij is onbekend.
Zeker zal het schilderijtje een bedoeling of intentie hebben gehad?
Die moet  ze aangeschaft hebben, of gekregen, voor zijn overlijden ter herinnering. Dan wel erna, wetende dat Vincent beroemd aan het worden was.

Vincent schrijft naar zijn zus (brief 812) dat hij betreurde dat Margot geen schilderij van hem had en heeft blijkbaar nog wat nagestuurd via Theo toen Willemien en Moe al in Leiden woonden. 

Fragment brief 812 aan Willemien van Gogh vanuit Saint Remy de Provence 21-10-1889:

"Luister eens–hoewel ik graag beloof dat ik jou en Moe studies zal blijven sturen, heb ik nog een verlangen dat bijna een behoefte is, om er nog een paar te maken voor mensen aan wie ik vaak denk.
Bijvoorbeeld ons nichten, de dames Mauve en le Comte; mocht je ze zien als je in Leiden bent zeg hun dan dat ik, als mijn werk hun bevalt, graag, heel graag iets voor ze wil maken, maar vooral zou ik willen dat Margot Begemann een schilderij van me had maar het via jou geven is discreter dan het haar rechtstreeks te sturen. 
Je zou me dan een genoegen doen als je ervoor kon zorgen, dat die drie mensen die ik zojuist heb vernoemd iets van mij krijgen.
Het heeft geen haast ,maar zo nu en dan heb ik toch wel het recht, ja recht om te werken voor vrienden die zoover weg zijn dat ik ze waarschijnlijk niet terug zal zien."

PS:  Dit waren de nichten  Anna en Jet Carbentus en Margot.

Vincent stuurde via Theo en stuk of wat werken.
O.a. "de Slaapkamer" in het "Gele huis te Arles", 1889 (JH 1793), een zelfportret, een stilleven  met een bloeiende amandeltak in glas en roze boek (JH 1362 maart 1888).
Vincent was dus op de hoogte dat Margot nog steeds in Nuenen woonde.
Margot bezat ook een aquarel uit december 1881 en vroeg werk in de conventionele stijl van toen, JH 83 wat ze altijd bewaarde (handwerkster).
En "Blekerij op Scheveningen".

Gedurende de periode in de zwakzinnigeninrichting maakte Vincent ook werken vanuit zijn "herinnering aan het Noorden".
Daarbij gebruikte hij eerder schetspapier en maakte schilderingen van zijn dorp maar dan in zijn vernieuwde stijl.
Vele oude tekeningen bevatten ook weer studies zoals "de Aardappeleters" in hun hut met hetzelfde meubilair, besneeuwde  dorpsgezichten en ook een echtpaar wandelend met een kind (JH 1907), wandelend paartje, gearmd boerin en de man op klompen.
Boerinnen spittend op het veld (JH 1923) en wortelen plukkend en Vincent vertelt dat vanuit zijn herinnering.
Vele studies wederom van handen en figuren. 

Gordina de Groot zou nooit trouwen.
Hij heeft met weemoed teruggedacht in die periode en blijkbaar was Margot hem ook niet vergeten en stond nog in contact met moeder van Gogh en Willemien.
De afgebroken liefde is haar waarschijnlijk altijd bijgebleven, want ze zou zich in haar woning omringen met Vincents werken die in haar bezit waren en moet met weemoed hebben terug gedacht aan aan die periode.

Margot zou ook nooit meer trouwen.

En zoals ze zei tegen Vincent:
"Ik heb eindelijk toch liefgehad".

Margot vertrok uit haar geboorteplaats Nuenen in 1899 en dat was 15 jaar na hun affaire in Nuenen.
Margaretha Carolina (Margot) Begemann zou overlijden op 65 jarige leeftijd op 11 februari 1907 in den Haag en begraven worden op de begraafplaats  Nieuw Eykenduinen te den Haag.
In Nuenen is een straatnaam naar haar vernoemd en het ouderlijk huis naast de pastorie van dominee van Gogh (Maatschappij van Welstand) aan  Berg 24 staat er nog steeds.
Op een foto op het achterterras daarvan is ze vereeuwigd zonder in de camera te kijken en haar blik gericht op de tuin van Van Gogh en misschien zelfs wel naar het atelier van Vincent in de mangelkamer.

Peter Nagelkerke, oktober 2014.


Bronnen:
  • Van Gogh en zijn weg, het complete werk door Jan Hulsker;
  • De Brieven door het van Gogh museum;
  • Van Gogh in Brabant door Noord Brabants Museum;
  • Ik Voel Me Thuis Daar door de Drije Hornick;
  • Heemkundekring, diverse auteurs;
  • Toen Eindhoven nog Eindhoven was door Karel Vermeeren.
 
 Margot Begemann
















Margot Begemann
















Huis Nuneville
















Dr. v.d. Loo
















Huis dr. v.d. Loo
















Gordina de Groot















JH 459 - Toren
















Naaister
















Boerenhuis






AANVULLING

Als aanvulling, een passage uit "Naspo­ringen omtrent Vincent van Gogh in Brabant" (1926) van Mr. Benno J. Stokvis, pagina 27: 

"Op verzoek van de oude mevrouw Van Gogh heeft één der zusters Begemann (in Nuenen) een deel van het na het vertrek der familie nog in het atelier geblevene, in een kist gepakt en naar timmerman Schrauer te Breda geëxpedieerd. 
Er was toen echter een groot doek, ploegende ossen voorstellende, dat te omvangrijk was om te verpakken. De heer Begemann schreef dit aan mevrouw Van Gogh; het antwoord luidde: "Houd dat in godsnaam voor jezelf." Aldus geschiedde en het stuk is later voor vijftig gulden van de hand gedaan. 
Ook uit dit verhaal blijkt hoe weinig waarde door zijn bloedverwanten is gehecht aan Vincents voortbrengselen, die zij (dit hoeft men niet euvel te duiden) artistiek niet schatten konden, doch welke zij toch, denkende aan de bloedige arbeid, die de schilder er dag en nacht aan besteed had, met meer piëteit althans hadden moeten bewaren."